Deelsessies

Tijdens dit congres bezoekt u in twee rondes een deelsessie. Bij uw aanmelding kunt u voor iedere ronde een voorkeur en een reservekeuze opgeven. U heeft keuze uit 12 verschillende deelsessies. Hieronder treft u meer informatie over de inhoud van de deelsessies.

1. Mijn rol als leerling- of intern begeleider in het arrangementsdenken 
Tijdens deze sessie wordt besproken wat het arrangementsdenken betekent voor de rol van de leerling of intern begeleider. Er wordt een good practice van een samenwerkingsverband in het PO gepresenteerd. Vervolgens gaan wij met u in dialoog over de betekenis van het arrangementsdenken voor uw school.
Tineke Janssen-de Valk, onderwijsadviseur, Fontys Hogescholen.
Drs. José Wichers-Bots, projectleider Passend Onderwijs, Fontys Hogescholen.
 
2. Leer-Kracht: Preventie en aanpak van gedragsproblemen in het basisonderwijs
Gedragsvraagstukken in het onderwijs vormen een belangrijk thema als we kijken naar de professionaliseringsbehoeften van leerkrachten in het basisonderwijs. De aandacht hiervoor bij de implementatie van Passend onderwijs is uiterst beperkt. Wel zien we tal van methodieken, rijp en groen, die over het onderwijsveld worden uitgestrooid.  In deze deelsessie staan we stil bij het programma Leer-Kracht dat met subsidie van Kinderpostzegels wordt uitgevoerd in een zestal samenwerkingsverbanden primair onderwijs met het doel een directe bijdrage te leveren aan de praktische ondersteuning van leerkrachten.
In de deelsessie laten we allereerst enkele videobeelden zien en besteden we daarna aandacht aan de resultaten van ons onderzoek naar Passend onderwijs en de ondersteuningsbehoeften van leerkrachten in het primair onderwijs. Vervolgens bespreken we de aanpak van het programma Leer-Kracht en vitale bouwstenen daarin. Zo behandelen we onder meer het vormgeven van de directe ondersteuning voor leerkachten, het opzetten en uitvoeren van leerkrachtkringen rond gedragsvraagstukken, de ontwikkeling van een App, de samenwerking met ouders. In de sessie worden de deelnemers actief betrokken. Het gaat om een programma dat vanuit het samenwerkingsverband samen met en door de leerkrachten zelf wordt vormgegeven. Geen hoogglans folders en fancy methodieken; centraal staat het organiseren en benutten van de deskundigheid van leerkrachten en andere professionals in en om het onderwijs.
Prof.drs. Dolf van Veen, Hogeschool Windesheim en Nederlands Centrum Onderwijs en Jeugdzorg (NCOJ).
 
3. Gedragsaudit 
>> Deze deelsessie is wegens omstandigheden komen te vervallen <<
Op basis van het boek Groepsplan Gedrag van Kees van Overveld (Pica, 2012) kan de school zich laten doorlichten op aspecten als: pedagogisch klimaat, omgaan met ordeproblemen, interventies individuele leerlingen, pesten, schoolregels, belonen en straffen binnen de school en pedagogische handelingsbekwaamheid van leraren.
De audit kan op maat verzorgd worden, zodat deze afgestemd is op de specifieke wensen van de betreffende school.
Tijdens de audit kunnen groepsbezoeken plaatsvinden, kunnen er gesprekken georganiseerd worden met ouders, leerlingen, directie, interne begeleider en (een deel van) het schoolteam. Tevens kunnen er, op verzoek van de school, documenten geanalyseerd worden.
De audit wordt afgerond met een aantal concrete adviezen, waarbij visie van de school en draagvlak binnen het schoolteam leidend zijn.
Drs. Peter de Vries, orthopedagoog/coördinator contractactiviteiten/schoolbegeleider, Seminarium voor Orthopedagogiek, Hogeschool Utrecht.
Dr. Kees van Overveld, hogeschoolhoofddocent Seminarium voor Orthopedagogiek.
 
4. Handelingsgericht omgaan met gedragsproblemen in het speciaal basisonderwijs: een 'blended' trainingsprogramma 
>> Deze deelsessie is wegens omstandigheden komen te vervallen <<
Deze deelsessie draait om een zevenjarige leerling die wegens gedragsproblemen een crisisplaatsing heeft gekregen op een school voor speciaal basisonderwijs. De deelnemers verplaatsen zich in de positie van de groepsleraar die deze leerling begeleidt. Daarbij zoeken ze een antwoord op de vraag: hoe kan deze leerkracht in deze school, in deze groep zo goed mogelijk antwoord geven op de onderwijsbehoeften van deze leerling? Met behulp van filmopnamen, gesprekken met de leerling en andere betrokkenen, toetsresultaten en overige rapportages over het functioneren van de leerling, wordt gekeken welke aanpak deze leerling nodig heeft. Tevens wordt gekeken hoe deze aanpak geïntegreerd kan worden in de al bestaande groepsplannen. Daarbij dienen keuzes gemaakt te worden en creatieve oplossingen bedacht te worden. Onder leiding van een coach wordt aandacht besteed aan de verschillende ideeën, persoonlijke accenten en meningen van de cursisten. Er wordt ruim aandacht besteed aan de transfer van de inzichten die in deze casus opgedaan worden naar de eigen praktijksituatie: hoe kan de deelnemer op de eigen school zo goed mogelijk tegemoetkomen aan de extra onderwijsbehoeften van een (of meerdere) leerlingen met forse sociale en/of emotionele problemen? Waar liggen eigen mogelijkheden en grenzen? Wat betekent dit voor de individuele professionele ontwikkeling van de deelnemer en diens collega's, en voor de team- en schoolontwikkeling?
Drs. Bertine de Vroedt, docent, Fontys OSO.
Drs. Anita Emans, docent, Windesheim OSO.
 
5.De sociale en emotionele competentieontwikkeling handelingsgericht begeleiden: een 'blended' trainingsprogramma voor het regulier basisonderwijs 
In deze deelsessie staat de vraag centraal: Hoe geef je vorm aan passend onderwijs op het domein van de sociale en emotionele competentieontwikkeling? We tonen delen uit het trainingsprogramma en cirkelen rond de vraag: “Wat zou jij doen?”
Veel scholen werken al min of meer handelingsgericht en volgen de stappen uit de 1-zorgroute, bijvoorbeeld op het gebied van rekenen, spelling en lezen. Een handelingsgerichte aanpak op het gebied van de sociale- en de emotionele competentieontwikkeling is dan een volgende, logische stap: hoe ga je om met verschillen tussen leerlingen op gedragsgebied en in hun welbevinden? De invulling van het handelingsgericht werken op dat terrein is net even wat gecompliceerder... 
Met behulp van een digitaal trainingsprogramma kunnen schoolteams (of bij voorbeeld intern begeleiders in een samenwerkingsverband) hierin getraind worden. De cursisten staan in de schoenen van juf Josta, leerkracht van groep 4 op een reguliere basisschool. Zij moeten met realistisch materiaal (veel video-opnamen uit een bestaande situatie, groeps- en individuele overzichten en andere achtergrondinformatie) keuzes maken hoe zo goed mogelijk met de onderlinge verschillen omgegaan kan worden. Telkens wordt gevraagd; “Wat zou jij doen?” 
De gemaakte keuzes worden vervolgens onder leiding van een coach besproken, alternatieven worden verkend en bediscussieerd wordt hoe een dergelijke werkwijze in de eigen praktijksituatie gerealiseerd kan worden. 
Drs. Erik van Meersbergen, orthopedagoog, docent, domeincoördinator Gedrag/M SEN gedragsspecialist, Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg (OSO), Fontys Hogescholen.
Dr. Jos Louwe, hoofddocent, Seminarium voor Orthopedagogiek, Hogeschool Utrecht.
 
6.Samenwerking onderwijs en zorg: de valkuilen, en hoe het wel lukt. 
Eén kind, één plan – het is niet voor niets al bijna een cliché geworden: iedereen is het wel eens over de wenselijkheid daarvan. Veel aandacht gaat naar de inhoudelijke afstemming tussen de verschillende partners in het netwerk van onderwijs en zorg rond een kind dat extra zorg nodig heeft. Onderbelicht blijft echter vaak de manier waarop de samenwerking is ingericht. Uit netwerktheorieën weten we veel over wat werkt, en wat niet. Wat voorwaarden zijn, en wat risico’s. In deze deelsessie lopen we, mede aan de hand van praktijkvoorbeelden van de deelnemers, de valkuilen en de succesfactoren na van de samenwerking. Na afloop hebt u concrete ideeën over hoe uw samenwerkingsrelaties effectiever kunnen worden. 
Wander van Es, senior adviseur/onderzoeker, Sardes. 
7.Van saaie gegevens naar spannende kansen: een informatiebasis Passend Onderwijs op maat.
Hoe zijn eigenlijk de leerlingen die extra ondersteuning vragen verdeeld over de basisscholen in een gedeeld voedingsgebied? Hoeveel van de leerlingen hebben een ondersteuningsbehoefte die valt in de categorie ‘versterking van de executieve functies’? Hoeveel kilometer reizen de leerlingen om bij passend onderwijs te komen? Wat zijn de uitstroomniveaus van de leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften? Het zijn vragen van heel verschillende aard, met één ding gemeen: de antwoorden kunnen, mits goed geordend, relevant zijn bij het maken van keuzes door scholen, door besturen, en door samenwerkingsverbanden. In deze workshop introduceren wij een informatiebasis Passend Onderwijs. U oriënteert zich op de voor uw school, uw bestuur of uw samenwerkingsverband benodigde informatiebasis – een basis waarop u goed onderbouwd de juiste keuzes kunt maken voor versterking van passend onderwijs.
Dr. Sandra Beekhoven, onderzoeker/adviseur, Sardes. 
 
8.Schoolprofielen in onderhoud
Elke school heeft haar school-ondersteuningsprofiel opgemaakt. Voor sommigen was dit een verplichting die de huidige bureaucratie nu eenmaal met zich meebrengt. Voor anderen was het een uitdaging die inzicht bracht. In elk geval is de school niet klaar. Na uiterlijk vier jaar moet het profiel opnieuw vastgesteld. Elke school moet voldoen aan het basisprofiel zoals afgesproken binnen het samenwerkingsverband. Misschien heeft of wil een school wel een breder profiel dan het basisprofiel? Hoe kijken ouders naar de verschillende profielen? Wat wil de school met haar profiel? Ziet de school mogelijkheden voor ontwikkeling en profilering? Aan de hand van een onderhoudsprogramma gaan we in deze deelsessie met u na wat een effectief vervolg is op het eerste school-ondersteuningsprofiel. Om de doelen te bereiken die u belangrijk vindt voor uw school of scholen.
Drs. Irma Miedema, senior adviseur/onderzoeker, Sardes.
 
9. Iedereen aan boord! Samen werken aan passend onderwijs voor kinderen voor wie dat niet vanzelf spreekt
Mensen maken of breken passend onderwijs, dat is het uitgangspunt van deze workshop. Natuurlijk spelen randvoorwaarden zoals wet- en regelgeving, financiën en de beschikbare voorzieningen een rol in het realiseren van passend onderwijs. Doorslaggevend is echter telkens weer de menselijke dynamiek, het ‘dagelijkse doen en laten’ van alle betrokkenen. 
Van de leraar, leerling, ouders, intern begeleider, zorgcoördinator tot en met de schoolleider en de coördinator van het samenwerkingsverband.
Vertrekpunt van deze deelsessie is diegene die signaleert dat een kind buiten de boot valt of dreigt te vallen. Aan de hand van twaalf 12 metaforen worden tips en tools aangereikt die kunnen helpen bij de beantwoording van vier cruciale vragen rondom ieder kind dat tussen wal en schip dreigt te vallen:
  • Wat is mijn verantwoordelijkheid en wat zijn mijn mogelijkheden?
  • Wie spelen rondom dit kind nog meer een rol en vanuit welke verantwoordelijkheden?
  • Hoe krijg ik hen zo ver om samen werk te maken van passend onderwijs voor dit kind?
  • Hoe komen we gezamenlijk tot een plan van aanpak voor dit kind?
Bart van Kessel, senior beleidsadviseur en consultant, Van Kessel Verhalen en verbinden. Tevens auteur Resultaat door verbinden en Iedereen aan boord!
Drs. Jos van der Horst SMP, veranderkundige, Quanta NpM.  Tevens auteur Resultaat door verbinden en Iedereen aan boord!
 
10. Ik kies voor zelfcontrole: Een evidence based cognitief gedragstherapeutisch programma voor kinderen met gedragsproblemen op de basisschool
In deze deelsessie zal kort kennisgemaakt worden met het programma Ik kies voor zelfcontrole. Dit is een training voor kleine groepen kinderen die specifieke gedragsproblemen hebben zoals agressief gedrag, ongehoorzaamheid, brutaliteit en opstandigheid. Het zijn kinderen die vaak in conflict komen met anderen. De training is bedoeld voor kinderen van 8 tot en met 12 jaar en vindt plaats op school tijdens schooltijd. De school is voor kinderen een vertrouwde omgeving waarin zij veel tijd doorbrengen. Het is een omgeving waarin het gedrag een probleem is voor leerkrachten en medeleerlingen en waarin positieve veranderingen direct belonend zijn. Door te werken in een eigen actieboek met opdrachten, oefeningen en handige weetjes krijgen kinderen meer inzicht in en controle over eigen emoties en gedrag. 
Gedurende deze deelsessie zal kort uitleg gegeven worden over de theoretische onderbouwing en effectiviteit van de interventie. Daarnaast zullen enkele onderdelen uit de training geoefend worden zodat inzicht verkregen wordt in de toepassingsmogelijkheden. 
Dr. Juliette Liber, universitair docent, cognitief gedragstherapeut, Ontwikkelingspedagogiek, Vrije Universiteit Amsterdam.
Dr. Gerly de Boo, docent, klinisch psycholoog, Klinische Psychologie, Universiteit van Amsterdam.

11. Wij zijn een groep;  werken aan een positief groepsgevoel
In deze deelsessie wordt ingegaan op de rol van de leerkracht bij het ontwikkelen van een positief groepsgevoel in een klas. Er wordt ingegaan op de fasen in het groepsproces en welke activiteiten, feedback of handelingen van de leerkracht een positieve beïnvloeding kunnen hebben op het doorlopen van deze fasen. In de deelsessie wordt ingegaan op hoe de training ’ Wij zijn een groep’ door de leerkracht of een externe begeleider ingezet kan worden in een klas. ‘Wij zijn een groep’ is in te zetten in een klas waarin het klimaat al onveilig is, maar is juist ook preventief te gebruiken om de ontwikkeling van een goed groepsproces te ondersteunen. Denk bijvoorbeeld aan een klas met nieuwe kinderen die instromen, na een zomervakantie of als er wordt gepest.
Drs. Nathalie van Kordelaar, orthopedagoog, Incontexto Orthopedagogen.
Drs. Mirjam Zwaan, orthopedagoog, Incontexto Orthopedagogen.
 
12. Als gedragsmanagement een uitdaging is…
Het methodisch toepassen van werkzame elementen van gedragsbeïnvloeding binnen het dagelijks handelen in school valt niet altijd mee. Hoewel iedereen het belang ervan onderschrijft, is meer nodig dan dat. Deze deelsessie richt zich op hoe de krachten binnen een team kunnen worden benut én versterkt om een methodisch pedagogisch klimaat vorm te geven.
Drs. Marca Geeraets, gezondheidszorgpsycholoog en senior adviseur, PI Research, centrum voor onderzoek, innovatie en opleiding te Duivendrecht en verbonden aan de Bascule, academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie.